Lieve Eugène,
Ruim een week geleden vroeg jij je mij tijdens het eerste avondmaal
van onze gezamenlijke wintersport of de week die in het verschiet lag voldoende
inspiratie zou bieden voor het vullen van een blogje. De vraag is natuurlijk: Wat maakt iets blogwaardig? Wat maakt het interessant genoeg en voor wie? Moet het leuk zijn, gezellig, grappig of
spannend? Tenslotte is het maar een gewoon ordinair weekje wintersport.
Wellicht niet voor iedereen binnen handbereik maar wel zo populair dat je kunt
spreken van massahysterie. De uitstroom
van auto’s op de eerste dag van de voorjaarsvakantie heeft nog het meest weg
van een massaal veetransport – een klein miljoen landgenoten zoekt nog altijd
de besneeuwde hellingen op gedurende het wintersportseizoen.
Het lijkt me weinig boeiend om het te hebben over het
verloop van zo’n reis met vermoeide kinderen op de achterbank die stijf van de spanning
elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Of over het aanpassings-vermogen van de
bestuurder van mijn auto – mijn man, jouw vriend - die 5 minuten na vertrek al
de eerste GVD de auto in slingert en bij wie ter hoogte van knooppunt Ypenburg het stoom al uit z’n
oren komt. Dan is Darmstadt nog
ver weg. Bovendien moet je nog maar hopen dat de reis de volgende dag beter
verloopt, het tegendeel blijkt waar. Blijkbaar moest de gemiddelde snelheid nog
verder omlaag. Om maar eens een oud docent van mij te citeren: alleen kalmte
kan ons redden! Achtentwintig uur na vertrek arriveren we ietwat vermoeid, bleek
rond de neus, snakkend naar warmte, eten en drinken op plaats van bestemming. En dan wacht daar de warme, blije ontvangst
van vrienden en een opa. Kijk daar wordt een mens blij van.
Het hotel blijkt een juweeltje en doet zijn naam – Romantik
- eer aan. Een open haard, knusse hoekjes, een heuse wellness en kamers van
formaat suite. Enig minpuntje wellicht de
(te) korte bedden voor sommigen. Helaas is niet iedereen gezegend met zo’n compact
en gedrongen lijf als het mijne. Het eten: iedere dag keuze uit vlees, vis of vegetarisch; drie, vier, vijf of meer gangen. Oké,
misschien was het soms ietwat typisch van aard, maar over smaak mag getwist
worden. Maar alles bij elkaar, geluk in een
notendop.
Meer tot de verbeelding sprekend was de ons toegewezen ober: de slechte broer van Mr. Bean. Een gevalletje wel de lasten, niet de lusten
van deze onhandige clown, vermoedelijk een gastarbeider uit de krochten van het Oostblok. Ik speel nog steeds met de gedachte om een
declaratie in te dienen wegens geleverde ondersteuning aan de man zijn
functioneren. Werkelijk alles moesten we
hem voorkauwen. Hoe moeilijk kan het zijn; Schiwasser? Nooit van gehoord, evenmin van
appelsap met prik (gelukkig maar). Maar ik adviseer de man dringend een verplichte
stage in een pisterestaurant. Eén grote,
twee kleine – van wat? Om vervolgens één van elk te leveren. Maar dit bordje te
weinig werd natuurlijk ruimschoots
gecompenseerd door de extra spookkoffie’s op de bon alsmede extra flessen water
of te kleine flessen water. Nu ik dit schrijf begin ik me oprecht af te vragen
of de man ons niet gewoon
strontvervelend vond en ons op subtiele wijze probeerde de les te lezen (een
redelijk kansloze missie overigens, maar dit terzijde). Dan toch liever blonde
Heidi, stuk vrolijker en aantrekkelijker – zelfs voor mij.
Vervolgens kunnen we het hebben over een zieke zoon die niet
wil eten, de longen uit z’n lijf hoest en drie dagen op rij weigert deel te
nemen aan het middagprogramma van z’n skiklas. In harmonieus overleg maken de
ouders afspraken over wie zich over welk kind ontfermt.Wie neemt de gondel, wie de piste (zonder te
verdwalen), wie de bus, wie wacht op ander kind. Daarbij vooral niet vergeten dat
slechts één skipas toegang verschaft tot de locker – dus samen omlaag voor
pasoverdracht.
Eenzelfde situatie doet zich voor met dochterlief die zich op
de eerste ochtend vrij skiën geconfronteerd ziet met hellingen van een ander
kaliber dan die in Snowworld. Valt het gejank
en geblèr deze eerste dag nog aan haar eigen onkunde te wijten, de laatste
middag is het menens als ze onderuit wordt geschoffeld door een onbezonnen,
onbekwame, overmoedige snowboarder. De aanblik van bloed in de sneeuw doet het
ergste vermoeden, maar de schade beperkt zich – voor haar – gelukkig tot slechts een gescheurde onderlip. Moeders komt
er minder goed vanaf, maar dat mag de pret niet drukken. Beschermen van
het kroost blijkt inderdaad een oerinstinct. (En ik blijk in diverse talen te
kunnen schelden.)
Maar ook een puberdochter brengt de nodige buitenski-se activiteiten
met zich mee. Herhaald cafébezoek op zoek naar een gestolen gewaande Mondriaan jas (is het
dan toch een collectors item?) inclusief hotelkamersleutel. Dat het om een dronkenmansactie gaat valt overigens niet uit te sluiten. De laatste middag wordt gereserveerd om
aangifte te doen. Immers met een proces verbaal op zak kun je tenminste het financiële leed beperken. Belangrijk bij het doen van aangifte is dat je in ieder geval plaats delict weet te verwoorden (naam van de kroeg, adres). Ter plaatse opzoeken
op Google is ook een optie maar komt weinig betrouwbaar over en doet de wenkbrauwen van herr Kommissar fronsen. Beter is het terug te keren naar plaats
delict om de gevraagde info bijeen te sprokkelen. En alsof de Heilige Maria van de Wonderen in
hoogst eigen persoon er de hand in heeft gehad, blijkt daar aangekomen, de
verloren gewaande jas zich al die tijd te hebben opgehouden in de keuken van de
kroeg. Ja, zo krijg je als vader toch ineens
weer een hele andere beleving bij het woord keukenprinses.
En zo kan ik nog lang doorgaan over het verloop van een
doodgewoon weekje wintervertier. Al het bovenstaande is niet bijster
inspirerend, lijkt me. Eerder ontmoedigend. Dus wat maakt het dan leuk? Dat zit ‘m toch in kleine dingen. Die tien
minuten dat broer en zus zonder ruzie samen een spelletje spelen, doen een
moederhart smelten. Evenals het zien
skiën van dat kleine grut en ontdekken dat je ze nog maar ternauwernood bij
kunt houden. Maar ook het plezier en de liefde waarmee jouw dochter zich
ontfermt over die van ons. En de
lol om onzinnige grappen over
aandoeningen als dispistulie, disgondelie, mutsen, dozen, zakken en wat dies
meer zij. Dochters die sans gêne op tafel gooien dat jouw muffintop een naam
heeft: Henk. En dat je op top dagen zomaar vier liter bier naar binnen werkt (want
groot lijf heeft veel vocht nodig). Of mijn kinderen die verraden dat ik een
nogal opgefokte autorijder ben en dat papa nooit de weg weet.
Met z’n zevenen in een vierpersoonsgondel stappen met een hoofdschuddende, meewarige blik van de liftbediende als beloning; Je hoorde ‘m denken: stomme Nederlanders. (De Telegraaf kopt deze week niet voor niets: Oostenrijk is onfatsoenlijkewintersporters beu.) Een gondel verlaten terwijl je moet blijven zitten…, precies daarom laat ik het OV bij voorkeur links liggen. Bij herhaling verrast worden omdat pistes weerbarstig blijken - 12A of was het nou toch 12B? Hoezo “we vermijden de zwarte 13 wel hoor pap” (niet dus). Sneeuw die alleen aan de kant van de pistepijltjes valt, want waarom staat die pijl er anders?
Met z’n zevenen in een vierpersoonsgondel stappen met een hoofdschuddende, meewarige blik van de liftbediende als beloning; Je hoorde ‘m denken: stomme Nederlanders. (De Telegraaf kopt deze week niet voor niets: Oostenrijk is onfatsoenlijkewintersporters beu.) Een gondel verlaten terwijl je moet blijven zitten…, precies daarom laat ik het OV bij voorkeur links liggen. Bij herhaling verrast worden omdat pistes weerbarstig blijken - 12A of was het nou toch 12B? Hoezo “we vermijden de zwarte 13 wel hoor pap” (niet dus). Sneeuw die alleen aan de kant van de pistepijltjes valt, want waarom staat die pijl er anders?
Dus om bij deze meteen maar een langslepende prangende kwestie uit de weg te helpen, het gaat eigenlijk helemaal nergens over tijdens de wintersport. Daarin zit ‘m juist het plezier. Maar bovenal zit het plezier in goed gezelschap!
Of de week voldoende inspiratie heeft opgeleverd laat ik graag aan jouw oordeel over.