Over het algemeen genomen ben ik een blij ei. Ik heb nooit zoveel behoefte aan een zoektocht
naar het grote geluk, m’n innerlijke ik of andere verlichtende kijkjes in mijn
ziel. Ik geloof niet zo in maakbaarheid van het geluk. Wel in de manier waarop
je met de dingen omgaat die op je pad komen. Glas halfvol, halfleeg of gewoon
nog gevuld, weet je wel. Ploetermoeders, druk druk druk, veel ballen in de lucht, zeurwijven - dit laatste type schijnt écht te bestaan - ik lach er een
beetje besmuikt om. Niet dat ik twijfel aan hun gevoelens, immers wat je gelooft is waar. Zelf ben ik meer op de hand
van de Club van Relaxte Moeders. Ik maak denk ik weinig stresshormoon aan of ben anderszins genetisch behept.
Ongeplande taxiritten in de spits dwars door de stad (had ik al gezegd dat Den
Haag Neerlands dichtstbevolkte en daarmee drukste file-stad is?), spelende vrienden – ah mam, mogen ze alle
drie, pleahiesssse - spontane eters, extra slapers, onaangekondigde paas-traktaties voor de volgende dag… Hup, mouwen opstropen, cupcakes de oven in en gaan. Ik
roep alleen maar: gezelligheid kent geen tijd! Vroeger bij ons thuis was het
niet anders. Stond de tafeltennistafel bij
m’n oma nog schappelijk in de serre, bij ons staat hij vrolijk midden in de
woonkamer. Dat de dartpijlen regelmatig naast het bord in de deur belanden of
op de grond in het laminaat – ach, er wordt geleefd hier. Gulzig geniet ik van
de reuring die het gezinsleven anno nu
met zich meebrengt. Meestal met een hoog
déja-vu gehalte, soms vol verbazing en me afvragend hoe m’n moeder dat toch
deed; of m’n oma met 8 kinderen en haar zus met 12.
Maar soms, heel soms… verlang ik naar lang vervlogen tijden. Tijden van kinderlijke onbevangenheid en jeugdige onbezonnenheid. Dan ben ik de oneliners “ik
wil geen andijvie” en “ik lust geen spinazie” zat. Heb ik er
genoeg van om me in allerlei bochten wringen om kinderen te brengen en halen. M'n buik vol van onaangekondigde, per direct ingaande gewijzigde trainingsschema's. Heb ik het gehad met het maken van allerhande planningen en het begeleiden van werkstukken of spreekbeurten. En ben ik helemaal klaar met het uitkammen van irritant krullend klithaar dat in geen weken een
borstel heeft gezien, het stelpen van bloedneuzen en de met bloed besmeurde pyjama's meteen te wassen. Dan
slaat de stress van m’n kinderen over op mij. Welke idioot begint er dan ook 48
uur van te voren aan zijn spreekbeurt? En
waarom krijgen alle gezinsleden opeenvolgend de griep en niet tegelijkertijd?
Weet iemand wel hoeveel mutaties dat met zich meebrengt in de agenda’s van de overige
gezinsleden? En dan met name in die van mij. Wie beheert namelijk de grote gemene deler, de gezinsplanning. Wie
heeft de helikopterview over dit mini-koninkrijkje…. Drie keer raden!
Op die momenten – “Moet ík weer gaan vertellen dat ik
thuiswerk?” “Ja, wil ik ook wel doen, maar van jouw salaris kunnen we de hypotheek niet betalen.”
– als we weer een heerlijk potje ouderwets aan ‘t touwtrekken zijn en oppas een, twee en drie het
collectief af laten weten, op die
momenten kan ik verdrinken in een niet
te stelpen golf van zelfmedelijden. Al die
moeite, een hoop gedoe en waarvoor eigenlijk? Voor kinderen die over tien jaar
uitvliegen? Om tegen de tijd dat zij weer latente interesse krijgen in hun
voormalig thuis, te ontdekken dat hun moeder wel erg veel zorg nodig begint te
hebben? Laten ze daar nou net geen tijd voor hebben in hun drukke levens. Voor
een man die het leven met mij misschien wel voor gezien houdt na een
allesvernietigende pubertijd van zoon en dochterlief?
Op die momenten kan vol weemoed terug verlangen naar een
leven waarvan je stiekem als ouder hoopt dat je kinderen dat allemaal niet zullen doen. Met dooddoeners als “nee, hoor ik zou niet
meer terug willen naar die onzekerheid en het gebrek aan zelfvertrouwen dat je als jongvolwassene hebt. Geef mij maar de
zekerheden en het zelfvertrouwen inclusief de manco’s van het ouder worden.”, maak ik korte metten. Want was niet alles juist zo spannend vanuit die
onzekerheid? Was het niet het gebrek aan zelfvertrouwen dat maakte dat je
je overal doorheen blufte? Het was toch juist de onwetendheid die maakte dat je dacht de wijsheid in pacht te hebben. En juist het gebrek aan ervaring zorgde ervoor dat je ervan overtuigd was de hele wereld aan te kunnen. Ongewis van een goede
afloop, maar dat kwam amper in je op. Wie dan leeft, wie dan
zorgt. Alles op z’n tijd. Om je vervolgens vol overgave in het volgende avontuur te storten….
Ik heb vrienden m/v die op een dergelijk moment inderdaad nog eens voor 'het' avontuur kozen. En ik? Ik stort me na zo’n Elizabeth Gilbert moment en een nachtje slapen - met héle mooie dromen (of moet ik zeggen: avonturen) - gewoon weer als een blij ei op de avonturen in mijn eigen kleine koninkrijkje. Plusklassen, Kangoeroewedstrijden, schaaktoernooien, rapportgesprekken, introductiedagen, bieb-boeken, paasbrunches, excursies... kom maar op!
Ik heb vrienden m/v die op een dergelijk moment inderdaad nog eens voor 'het' avontuur kozen. En ik? Ik stort me na zo’n Elizabeth Gilbert moment en een nachtje slapen - met héle mooie dromen (of moet ik zeggen: avonturen) - gewoon weer als een blij ei op de avonturen in mijn eigen kleine koninkrijkje. Plusklassen, Kangoeroewedstrijden, schaaktoernooien, rapportgesprekken, introductiedagen, bieb-boeken, paasbrunches, excursies... kom maar op!